Heel af en toe lukt het me om stil te staan bij iets ogenschijnlijk kleins. En als het lukt dan gaat er een wereld open waarvan ik niet altijd besef dat ze bestaat. Ik voel me dan net Arthur van “Arthur en de Minimoys”. Ik kan zien wat bijna niemand lijkt te zien. En als jij de waan van elke dag en de illusie die je ‘realiteit’ noemt zou kunnen relativeren en in vraag stellen, dan lukt het je vast ook.
Want als je maar goed genoeg kijkt, zie je een andere werkelijkheid. Het is een realiteit die eerlijker, echter en waarachtiger aanvoelt. Telkens je het ziet gaat het iets makkelijker dan de vorige keer. Het is echt overal als je goed oplet.
Vandaag valt mijn oog op een friemelend rupsje. Wat een intrigerend diertje is dat. Het is in essentie een kruipende bladvreetmachine. Verketterd door menig hobbytuinder bestaat het leven van de rups voornamelijk uit het eten van bladeren. Tot het op een bepaald moment tijd is voor iets anders. Sterker nog: de rups kán niet meer verder leven in zijn huidige gedaante.
Grote veranderingen dringen zich op. Zich nog onbewust van het eindresultaat begint de rups zich voor te bereiden op een van de meest opmerkelijke overgangsrituelen uit de natuur. Zijn leven en toekomst hangen letterlijk en figuurlijk aan een zijden draadje. Hangend aan een tak, verpopt de rups zich tot een soort biologische bouwwerf.
Bijna alle delen van de rups worden afgebroken en gebruikt voor de heropbouw. Het is een volledige metamorfose. Het resultaat is een dier waarvan je zou denken dat het een andere soort is.
Eigenlijk herken je bijna niets meer van de rups wanneer de vlinder uit de pop kruipt. Hij kruipt, want de vleugels zijn nog niet klaar om te vliegen. Er volgt een heel kwetsbare periode waarin de veiligheid van de pop weg is, maar waarin tegelijk de vleugels nog niet klaar zijn om te vliegen. Het bloed stroomt eerst door de vleugels om ze in vorm te brengen, en daarna moeten ze drogen. Pas helemaal op het einde is de vlinder klaar om uit te vliegen, op zoek naar nectar en een partner.
Hoe mooi toch, wanneer het rupsje van weleer de vleugels strekt en de wijde wereld invliegt. Hoe toepasselijk zijn de levenslessen die het ons geeft. Een vlinder kan pas vliegen wanneer de rups verdwenen is, en zal daarna nooit terug rups kunnen worden.